[7 november 63 v.Chr] Marcus Tullius Cicero, destijds consul, staat al tijden bekend als sterk spreker, maar nu ging hij de uitdaging aan om van Lucius Sergius Catilina af te komen. Cicero hield een lange redevoering voor de senaat, tegen Catilina, maar hierbij was Catilina zelf ook aanwezig. Men vraagt zich af wat er speelt, wat er nou precies aan de hand is, Cicero heldert het een en het ander op.
Catilina blijkt een complot te hebben bedacht om de macht te grijpen. Dit lukte niet via de 'legale weg', zodoende probeerde hij het via de 'illegale weg', vandaar de complotten. Cicero gaat in op het manipulatief karakter van hem, hij zou mensen hebben bedreigd en zo hebben toegesproken dat ze tot Catilina's krankzinnige plannen bereid waren. Cicero vertelt in zijn redevoering ook over hoe Catilina Cicero zelf heeft proberen te vermoorden. Hij beschrijft Catilina als een van de ergste criminelen die Rome ooit heeft gehad, en maakt vergelijkingen naar het verleden waar misdadigers al veel eerder zouden worden veroordeeld. O tempora, o mores, Oh tijden, oh zeden, zijn bekende woorden waar zijn teleurstelling te horen is in het hedendaagse Romeinse bestuur. Cicero adviseert Catilina de stad te verlaten, terwijl hij hem het liefst dood wil. Dit laat hij licht door schemeren door gebruik van allerlei retorische trucjes. Hij zegt bijvoorbeeld dat hij niet in gaat op de misdaden die Catilina allemaal wel niet heeft gepleegd, waarbij hij wat voorbeelden noemt, maar nee hij gaat er niet op in. De senaat heeft ondertussen notitie gemaakt van deze zijdelingse gebeurtenissen. Cicero was sterk in zijn spraak en Catilina maakte dan ook geen kans. Catilina vlucht nog voor de redevoering afgelopen was. |